De Algemene Onderwijsbond meldt dat het gesprek tussen minister-president Mark Rutte, de bonden en werkgeversorganisaties woensdag geen concrete toezeggingen heeft opgeleverd. Daarom gaat de staking die voor 6 november gepland staat door.

Onderwijsstaking
Bron: Nancy Beijersbergen / Shutterstock.com

De AOb mocht samen met de andere bonden en de werkgeversorganisaties PO-raad en VO-raad naar het Torentje komen voor een gesprek met premier Rutte. Het was voor het eerst dat de minister-president verantwoordelijkheid nam voor het probleem en tijd vrijmaakte om zich te ontfermen over het onderwijsdossier.

Toch leverde het gesprek, naast erkenning van het probleem, geen concrete resultaten op voor de AOb. De bond hoopte dat het verzoek om een pakket van 425 miljoen euro beschikbaar te stellen ingewilligd zou worden. Dat geld is hard nodig om onder meer de salarissen in het basisonderwijs te verhogen.

Tijdens het gesprek stopte Rutte zijn waardering voor leraren niet onder stoelen of banken: ‘Moet je je even realiseren: een kwart miljoen leraren zetten zich elke dag in om twee tot tweeënhalf miljoen kinderen op basisscholen en middelbare scholen les te geven. Er gaat heel veel goed, maar er zijn ook serieuze problemen met werkdruk en tekorten’. Ondanks deze blijk van waardering komt Rutte nog niet met geld over de brug, dit houdt dus in dat de geplande staking van aanstaande 6 november gewoon doorgang vindt.

Het moge duidelijk zijn dat extra geld een pure noodzaak is voor het onderwijs. Echter is dit niet de directe oplossing van het probleem. Naast een financiële boost, zal het onderwijs ook een imago-boost moeten krijgen. De aantrekkelijkheid van het vak heeft de afgelopen jaren flinke klappen te verwerken gehad. Na afloop van het gesprek met premier Rutte gaf ook de voorzitter van de Algemene Onderwijsbond, Liesbeth Verheggen, aan: ‘‘Je moet aan het veld laten zien: we hebben waardering voor het vak, we hebben waardering voor de mensen die er werken en we zorgen dat mensen die er werken er ook blijven werken. En het belangrijkste: al die scholieren in het voortgezet onderwijs moeten denken: dit is mooiste vak ter wereld, daar wil ik heen.’ En dat is dan weer een verantwoordelijkheid die niet alleen bij Mark Rutte ligt.